In een arrest uit 1988 besliste de Hoge Raad dat opzet of grove schuld van de adviseur van een belastingplichtige wordt toegerekend aan de belastingplichtige. Het ging in die procedure om een boete wegens het opzettelijk doen van een onjuiste aangifte. Op grond van dat arrest kan aan een belastingplichtige een boete worden opgelegd voor de gedragingen van zijn adviseur, tenzij de belastingplichtige aantoont dat er geen reden was om... |
Selected: du ROI200612
Remove selection(s)
In cassatie voerde iemand aan dat Hof Leeuwarden het door haar ter zitting gedane aanbod om stukken over te leggen ter ondersteuning van een ingenomen stelling had afgewezen. Noch uit de uitspraak van het Hof noch uit het proces-verbaal van de zitting bleek dat een zodanig aanbod was gedaan. Omdat deze stukken voor de Hoge Raad de enige bronnen zijn om te achterhalen wat zich ter zitting heeft voorgedaan, kon... |
In een aan Hof Den Haag voorgelegde casus verrichtten werknemers van een Nederlands bedrijf in Duitsland werkzaamheden voor een Duits bedrijf. Zij deden dat onder toezicht van Nederlandse projectleiders, die in dienst waren van het Duitse bedrijf. Het salaris, dat op die werkzaamheden betrekking had, werd door de Nederlandse werkgever doorbelast aan het Duitse bedrijf. De werkzaamheden kwamen voor rekening en risico van het Duitse bedrijf. Naar het oordeel van... |
Hof Den Bosch heeft in een procedure over de WOZ-waarde van een woning uitspraak gedaan zonder een nadere zitting. Volgens de uitspraak was dat met toestemming van partijen gebeurd. De belanghebbende in de procedure had echter in reactie op de vraag om toestemming daartoe geantwoord dat hij alleen instemde met het achterwege laten van een nadere zitting indien het Hof de door de gemeente gemaakte fouten zou corrigeren. De Hoge... |
Volgens Hof Leeuwarden had een Nederlandse werknemer, die door zijn Nederlandse werkgever tijdelijk werd uitgeleend aan een Duitse zustermaatschappij, recht op aftrek elders belast voor zijn in Duitsland verdiende salaris. De salariskosten werden door de werkgever doorbelast aan de Duitse zustermaatschappij. Bepalend voor het recht op aftrek elders belast is dat de werknemer onder gezag van de Duitse zustermaatschappij stond tijdens zijn werkzaamheden in Duitsland en dat het salaris voor... |
Het is inwoners van Nederland in het algemeen niet toegestaan om in Nederland gebruik te maken van een auto met een buitenlands kenteken. De sanctie op dat gebruik is een naheffingsaanslag BPM. Er zijn enkele uitzonderingen waarin het wel is toegestaan om gebruik te maken van een auto met buitenlands kenteken. Een van de vrijstellingen van BPM geldt voor de werknemer van een buitenlands bedrijf, die van zijn werkgever een... |
In een procedure over de aanslag inkomstenbelasting wilden de firmanten van een man-vrouwfirma de verdeling van de investeringsaftrek veranderen. Doel daarvan was indeling in tariefgroep 3 van één van beide firmanten. Het Hof volgde dit nader ingenomen standpunt. Een wijziging van de verdeling van de investeringsaftrek tussen twee firmanten is echter niet meer mogelijk als de aanslag van één van de firmanten over het desbetreffende jaar onherroepelijk vaststaat. De aanslag... |
Bij het doen van uitspraak in een geschil geeft de rechter soms een overweging ten overvloede. Dat is een kanttekening van de rechter en geen grond waarop zijn uitspraak berust. Klachten tegen een ten overvloede gegeven overweging kunnen niet tot cassatie leiden. |
Buitenlandse bezittingen worden vaak in twee landen in de belastingheffing betrokken. Dat geldt bijvoorbeeld voor in het buitenland gelegen tweede woningen. Zowel het land waarin de woning is gelegen als het land waar de eigenaar van de woning woont zal belasting heffen over de waarde van of de inkomsten uit de woning. Voor dergelijke situaties worden in verdragen ter voorkoming van dubbele belastingheffing regelingen getroffen. De manier waarop een dergelijke... |